Jos en Caroline Nieuwenhuijse
Een gemiddelde maandag
Eindelijk weer een nieuwe blog! De eerste tijd na onze aankomst waren intensief maar geweldig mooi. Het gaat erg goed met ons en we genieten met volle teugen van het land, de cultuur en de nieuwe mensen die we ontmoeten. Ook het werk begint vorm te krijgen en de weken beginnen wat vastere patronen krijgen. Daardoor blijft er ook wat meer tijd over om weer blogs te schrijven. De komende tijd hoop ik regelmatig iets over de dagelijkse bezigheden te schrijven, zodat jullie een beeld kunnen krijgen van ons leven hier.
Veel leesplezier!
Maandag, 27 september 2021
De dag begint zodra het licht is, om half 6. We worden gewekt door de vogels en door de wachtmannen die uitgebreide instructies krijgen, pal voor ons huis. Strak in het gelid staand worden ze deze keer wel een half uur toegesproken. Ik kan niet horen waarover, maar wij zijn er in ieder geval wel op tijd door wakker.
Om half acht begint de weekopening. Samen met al het personeel denken we na over een bijbelgedeelte waarna er een zegen gevraagd wordt over het werk van de komende week. David ligt nog te slapen, dus gaat Caroline alleen.
Na de weekopening ga ik snel naar het veld om de taken te verdelen. Er blijkt een akelige ‘ziekte’ in de tomatengewassen te zitten, waardoor de planten snel achteruit gaan. Met deze snelheid zal een groot deel van het gewas aan het eind van de week verloren zijn, voordat de eerste tomaten zijn geoogst. Het ziektebeeld is niet eenduidig, ik vermoed dat een tekort aan voedingsstoffen in de bodem de oorzaak is. Ik hoop binnenkort wat grondmonsters te kunnen nemen, maar voor dit gewas is dat te laat. Dat is jammer, maar we laten ons er niet door ontmoedigen. Sterker nog, deze informatie brengt ons een stuk verder voor de toekomst.

Ook de nieuwste zaailingen lijken te zijn aangetast. Allerlei ziekten worden genoemd, met de bijbehorende chemische middelen die ervoor gebruikt kunnen worden. Toch besluit ik nog geen chemische middelen te gebruiken, ik vermoed dat hier de felle zon de kleine plantjes heeft aangetast. Nu spuiten zou fataal kunnen zijn.
Op het veld merk ik vaak dat we verschil van inzicht hebben. Het kennisniveau van de meeste werknemers is niet erg hoog, maar ze hebben vaak al wel jaren ervaring op deze plek. Daarom laat ik ze ook vaak hun eigen inzichten delen en uitvoeren, ik kan niet alles tegelijk veranderen. Dat blijkt ook zo te zijn met de kool. Daar zijn ondertussen drie mannen druk bezig om alle onderste bladen te verwijderen. Wat overblijft is een klein bolvormig plantje wat ooit een kool moet worden. De grote, wijd uitstaande bladeren die alle licht opvangen en daarmee de energie produceren die nodig is om te groeien worden weggehaald. Ik probeer er achter te komen waarom ze dat doen. Meteen afkeuren heeft geen enkele zin, daar leert niemand iets van. De mannen vertellen me dat ze dit doen zodat alle energie van de plant in de kool gaat zitten in plaats van in de grote bladeren. Ik kan ze overtuigen om een klein aantal koolplanten niet te ‘snoeien’. Hopelijk kunnen we daar over een tijdje de verschillen van zien.
Vervolgens neem ik een kijkje bij de tomaten in de kas. Dat gewas groeit erg goed, maar we beginnen last te krijgen van meeldauw. Ik stel voor om de planten snel te bespuiten. Maar de planten zijn zo groot geworden dat het lastig zal worden om te spuiten zonder zelf in contact te komen met de chemische middelen. Daarom stel ik een biologisch alternatief voor. Al eerder hebben we hier verassende resultaten mee geboekt, het werkt prima en het is zeker niet schadelijk. Ik merk dat ze het maar een beetje grappig vinden, een echte boer hoort immers kunstmest en echte chemicaliën te gebruiken. Dat zijn echter twee dingen die hier zeer overvloedig gebruikt worden, wat uiteindelijk leidt tot meer ziekten, plagen en een volledig uitgeputte bodem. Uiteindelijk krijg ik ze toch zo ver dat ze het alternatief gaan proberen.

Ik moet me haasten om nog net op tijd bij mijn volgende afspraak te zijn, het is pas half tien. We zijn bezig met de aanschaf van een auto, dus overleg ik met het hoofd van de financiële afdeling over de kosten, betaling en verzekeringen van de auto. Net na de vergadering hoor ik dat een supermarkt opeens heel veel groente van ons wil kopen. Ik krijg echter geen bevestiging en we krijgen de inkoper niet te pakken. Het blijkt lastig te zijn om goede afspraken te maken, vanuit het niets krijgen we grote aanvragen waar we niet zomaar aan kunnen voldoen. Vorige week nog kregen we ’s morgens een aanvraag voor 200kg tomaten. We hadden er maar een kleine 50kg beschikbaar, de rest was nog niet rijp. Andere gewassen nemen ze opeens weer niet af, zodat we daar weer met een overschot zitten. Een hele gemiddelde supermarkt dus..
Ik werk nog een deel van de administratie bij en ontdek dat er nog tomaten zijn blijven staan van voor het weekend. Ik was van de gedachte dat die al verkocht waren, maar er blijkt weer sprake te zijn van een misverstand. Omdat ik de taal nog niet goed beheers gaan er soms dingen fout. Niets meer aan te doen, de tomaten worden uitgezocht en wat nog goed is wordt nog verkocht.
Soms kan dit behoorlijk gaan frustreren, er gebeurt van alles en ik volg net niet genoeg om het gevoel van controle te krijgen. Toch hoort dat er gewoon bij, ik moet er mee leren leven.
Na de lunch heb ik een kort overleg met collega’s om een plan te maken hoe we de vraag en aanbod van de groententeelt beter op elkaar kunnen afstemmen. Na de vergadering loop ik weer naar het veld om poolshoogte te nemen. Onderweg komt één van de mannen me tegemoet en zegt dat ik snel moet komen: er is brand…
Vlug lopen we naar het veld. Een tijdje geleden hebben we een deel braakliggend terrein gemaaid. Dat was een grote klus. Vanwege alle stekelige onkruiden en ongedierte hadden we na een paar dagen met de hand maaien besloten de rest toch maar te verbranden. Dat gaat tegen al mijn principes in, het is erg slecht voor de bodem en het milieu, maar voor deze keer kon het niet anders. Op het deel wat we al gemaaid hadden lieten we het gras liggen totdat we het land zouden gaan spitten. Zodoende was de grond bedekt met een mooie laag hooi (mulch).
Als ik aan kom bij de brand blijkt 80% van het gras wat er nog lag al verbrand te zijn. Volgens getuigen hebben een paar jongens buiten het terrein vuur gebruikt om muizen te vangen (inderdaad, muizen is hier een lekkernij). Het vuur is zich snel gaan verspreiden en door ons hek heen gekomen. Het gras was relatief schoon, waardoor er relatief weinig rook ontstond. De rook werd weggeblazen door de wind, waardoor het vuur pas wat later werd ontdekt. Snel rukken we wat takken met groene bladeren van de bomen om het vuur mee uit te slaan. Behalve de mooie bodembedekking lijkt de schade verder mee te vallen. We gaan weer aan het werk.

Een tijdje later hoor ik weer geknetter. Ik stuur één van de mannen er op af om poolshoogte te nemen. Aan zijn geschreeuw te horen is het vuur weer opgelaaid. We rennen er op af. Dit keer is er ook wat hout gaan branden waardoor het vuur een stuk warmer is. Weer sta ik uit alle macht de vlammen uit te slaan. Verstand op nul en meppen maar, heerlijk! Na een tijdje zwoegen hebben we het vuur gedoofd. Om er zeker van te zijn dat het niet nog eens oplaait maken we de randen goed nat. Opnieuw lijkt de schade mee te vallen.
Bezweet laat ik het veld achter me om me thuis even op te frissen. Vervolgens ga ik naar de monteurs om een sensor in de generator na te kijken. De sensor blijkt kapot, dus moeten we een nieuwe bestellen. Ik bel nog even om te overleggen met een expert in Nederland. Een nieuwe sensor wordt besteld, gelukkig kan de generator nog gewoon door blijven draaien. Dat is fijn, want de laatste tijd hebben we bijna wekelijks wel een stroomstoring van enkele uren tot enkele dagen.
Het is ondertussen vier uur. Ik loop nog even naar het veld om alvast het werk voor morgen op te nemen. Stipt om half vijf vertrekt de bus voor de werknemers in de stad. Iedereen haast zich om de bus te halen, niemand wil hem missen.
Moe maar voldaan loop ik naar huis. Het was een drukke en afwisselende werkdag. Samen met Caroline en David wandel ik nog een stukje om te genieten van de omgeving en de ondergaande zon. Om half zes gaat het schemeren, om tien voor zes is het donker. Na het eten, afwassen en op bed leggen van David besluit ik om mijn belevenissen van deze dag op te schrijven. Het resultaat is duidelijk…
Om kwart voor 10 rond ik het verhaal af. Snel douchen en slapen. Morgen weer een dag!