top of page

Sla je pinnen niet te vast!

Dit artikel is geschreven begin mei en verschenen in de Stéphanos magazine.


Een oud gezegde luid: je moet je tentpinnen niet te vast in de aarde slaan. Daarmee wordt bedoeld dat we als christenen op doorreis zijn, ons niet teveel moeten hechten aan de wereld en altijd bereid moeten zijn om te vertrekken.

Dit gezegde is voor ons wel praktijk geworden. Alweer ruim een jaar geleden zijn we naar Malawi geweest om kennis te maken met het werk en leven daar, maar waren we daarvoor ook al bezig met een mogelijk vertrek naar het buitenland. Zodoende leven we al ruim anderhalf jaar met de gedachte dat we onze pinnen hier niet te vast moeten slaan en dus zo moeten leven dat we makkelijker kunnen vertrekken. We wonen daarom in een klein huurhuis en kopen zo min mogelijk grote en onnodige spullen. Want dat kunnen we toch allemaal niet meenemen. We merken wel dat we daardoor veel bewuster zijn gaan leven en steeds weer de afweging maken: hebben we dat wel echt nodig?


Als God het geeft, krijgen we binnenkort ons eerste kindje. Doordat we klein behuisd zijn en weinig mee kunnen nemen naar Malawi verlopen de voorbereidingen voor onze kleine ook anders dan gemiddeld. In plaats van “wat vinden we leuk?” vragen we eerst: wat hebben we écht nodig? Hebben we nu echt een commode nodig of kan het ook gewoon met dat kastje? Dat lijkt ook prima te werken, dus kopen we geen (tweedehands) commode. En babykleertjes dan? Na een paar weken groeien ze eruit, dus iedereen heeft ze over. En wat blijkt? We kunnen er zoveel lenen dat we er wel 20 baby’s mee aan kunnen kleden! We krijgen ook regelmatig de vraag wat we allemaal willen hebben aan cadeaus voor als de kleine geboren is. Tja, we hebben alles wat we redelijkerwijs verwachten nodig te hebben. En de rest kunnen we toch niet meenemen… We slaan onze pinnen niet te vast!


Zoiets zet je aan het denken. Hoe komt het dat we zo gewend zijn om alles te kopen wat we willen hebben en dat we meer kopen dan we eigenlijk nodig hebben? Waarom willen we steeds iets nieuw(s) kopen? Maar ook: hoe bijzonder gezegend zijn we als we kunnen zeggen: ‘we hebben alles al’? Als we bedenken dat we zoveel spullen hebben voor ons kindje dat we kastruimte tekort komen en dat in Nederland momenteel zoveel kleding wordt weggegooid dat er niet genoeg mensen zijn om het op te halen… Hoe is het dan mogelijk dat er in Malawi nog zoveel kinderen zijn die niet naar school kunnen omdat hun ouders geen schooluniform voor hen kunnen kopen?


Ons geplande vertrek en de komst van ons eerste kindje maakt ons bewust van onze welvaart, onze luxe en onze overvloed. We kunnen zelfs zeggen dat we alles hebben! Van Jakob lezen we dat hij ook kon zeggen “dewijl ik alles heb”. Dat kon hij niet alleen zeggen omdat hij misschien meer spullen had dan zijn broer Ezau, of meer koeien of schapen. Dat kon hij zeggen omdat hij wist dat hij alles van God gekregen had en hij God aan zijn zijde had! Dat, en dat alleen, is echt van eeuwige waarde!


Jos en Caroline Nieuwenhuijse, Rotterdam

bottom of page